Jeukwoorden waar jeugdzorgwerkers meteen mee moeten stoppen

De jeugdzorg is een fijne sector vol gedreven mensen met passie voor hun werk. Helaas wemelt het ook in deze branche van de jeukwoorden. Veel jargon, passief taalgebruik en ingewikkelde woorden voor de normaalste dingen. Overdracht, zorgbehoefte, zorgvraag, dwang, drang help!!!!! Tijd voor een lesje communiceren. Deze woorden moet je als jeugdzorgwerker niet meer willen gebruiken, in ieder geval niet als je wil dat je cliënten het begrijpen. Ik zette de 17 allerergste voor je op een rijtje. Zet je schrap en krabben maar:

  1. Met stip op 1 brusjes: wordt gebruikt om broertjes en zusjes aan te duiden. Wat een stom woord! Je hebt het over kinderen, niet over haarborstels.
  2. Het gezin heeft onvoldoende netwerk. Oh, joh, vervelend, kunnen ze niet bellen ofzo? Netwerk, in hulpverlenerstermen gaat het dan om mensen die betrokken zijn bij een gezin. Iedereen die niet in de hulpverlening werkt denkt toch eerder aan televisiestations en telefoons ofzo.
  3. Moeder dit en vader dat. Ouders worden vaak aangeduid als moeder en vader. Het creëert een enorme zakelijke afstand terwijl je het over de meest intieme dingen hebt. Dat vind ik als niet hulpverlener heel raar om te lezen. De mensen hebben een naam. Ik weet zeker dat het voor hen heel anders is om een verslag te lezen met hun eigen naam.
  4. Hulpvraag, en dan vooral het gebrek eraan, daar wemelt het in in jeugdzorgland. Waarom niet gewoon: wil niet geholpen worden?
  5. Geeft aan dat. Wordt vaak gebruikt in plaats van: zegt dat. Vader geeft aan dat hij dit geen goed idee vindt. Geen idee waarom dit zo wordt omschreven. Aangeven heeft voor mij een andere betekenis. Je geeft een voorwerp aan. Geen zinnen.
  6. Contactmoment. Een wel heel officieel klinkende manier om te zeggen dat je iemand gesproken hebt. Wat is er mis met het woord gesprek?
  7. Pupillen. Wordt regelmatig gebruikt door jeugdbeschermers als ze het over de kinderen hebben in hun caseload. Pupillen zitten in je ogen. Als je per se iets met ogen hebt, noem ze dan oogappeltjes.
  8. Belaste voorgeschiedenis. klinkt heel zwaar en dat is het ook. Maar het zegt tegelijkertijd helemaal niets. Waarom niet wat concreter. Heeft een verleden van …… vul maar wat ellendigs in.
  9. Systeem: een woord om de mensen die om iemand heen staan aan te duiden. Klinkt een beetje technisch: een koelsysteem, spelsysteem, home entertainment systeem. Het woord systeem suggereert ook dat het iets systematisch heeft. Geen ongeordende verzameling mensen die de meeste van ons om ons heen hebben. Wat is er mis met: familie en kennissenkring?
  10. Ketenpartner. Duidt aan een andere zorgverlener die in hetzelfde hulpverleningstraject zit. Maar het woord klinkt een beetje vreemd. Zou niet misstaan in een keurige SM setting. Ketens associeer ik namelijk met kettingen. Daarmee wil je toch niet vastzitten aan iemand waarmee je samen moet werken? Waarom noem je het niet gewoon samenwerkingspartner? Of collega-hulpverlener?
  11. Leeftijdsadequaat. Een woord om te zeggen dat een kind zich niet te jong en niet te oud gedraagt. Adequaat betekent niets meer dan: zoals het moet. Waarom niet gewoon: dit kind gedraagt zich naar zijn leeftijd?
  12. Toeleiden naar zorg. Ik hoor vaak dat onze collega´s dat doen. Wat wordt bedoeld is dat je ervoor zorgt dat iemand ergens anders met hulpverlening start. Eerlijk klinkt het alsof je niet zoveel doet terwijl ik weet dat het vaak keihard werken is. Want als mensen niet willen of nog niet overtuigd zijn van het belang, moeten zij heel veel overtuigingskracht hebben, een lange adem en zich de blaren op hun tong kletsen. Zeg liever zorgen dat iemand hulp krijgt.
  13. Casus, of zaak. Ik heb nu een casus, die wil ik even met je bespreken. Zucht! We hebben het over mensen, niet over dingen.
  14. Thuissituatie doet het uitermate goed in combinatie met andere kriebelwoorden: zorg in de thuissituatie, ambulante hulp in de thuissituatie, brrrr! Het woord thuis volstaat, geloof me!
  15. Overdracht roept bij mij de associatie op met een seksueel overdraagbare aandoening. Toevoeging van het woord warm: warme overdracht maakt het helemaal een beetje ranzig. Het betekent dat de ene hulpverlener met de cliënt samen naar de nieuwe hulpverlener gaat om ervoor te zorgen op dat die alle informatie krijgt om verder te gaan. Maar dat is natuurlijk veel te lang, dat begrijp ik. Of iets met ontmoeten. Dat is ook mooi.
  16. Het woord kinderen wordt regelmatig afgekort met KK. Roept bij menigeen de associatie op van kut kinderen. Dat is niet heel goed voor de sector denk ik.
  17. School zegt, ziekenhuis zegt: gebouwen praten niet. De mensen die er werken wel. Dus waarom niet de leerkracht zegt, of de arts uit het ziekenhuis zegt.

Natuurlijk heb ik niet voor alle woorden een goed alternatief dat de lading volledig dekt, maar het zou mooi zijn als we wat cliëntvriendelijkere taal proberen te gebruiken. Zeker in deze tijd waarin de plannen die we maken, steeds meer de plannen van het gezin zijn. Een mooie uitdaging lijkt me. Heb je meer jeukwoorden en vooral ook goede alternatieven? Ik hoor ze graag.

Psst: ik leer medewerkers van (jeugd)zorgorganisaties bloggen over hun werk. Het delen van praktijkverhalen is een mooie manier om de sector een menselijk gezicht te geven. Stuur me gerust een berichtje om te kijken wat ik voor jouw organisatie kan betekenen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deel deze blog